web analytics

De vorige levens van Régis Jauffret

In een vorig leven was ik bendelid. Wij overvielen snoepwinkels in het Gooi, een onzer kocht klapkauwgom terwijl de anderen hun zakken vulden; er was geen camerabewaking in die tijd. In een ander vorig leven was ik eeuwig student en would-be dichter in Groningen. In weer een ander vorig leven was ik kraker en freelance-socioloog in Amsterdam. In mijn huidige leven ben ik vertaler, huisman, koorlid, rugbysupporter in Gent, België. We leven in het hier en nu, maar allemaal hebben we ‘vorige levens’. Dat zijn niet louter eerdere levensfases in biologische zin; die fases gingen gepaard met een specifieke leefomgeving, een specifiek netwerk van relaties, een specifiek zelfbeeld, kortom met een eigen, afzonderlijke identiteit.… > Lees verder

De cocotte en de lichtekooi

Op het platform voor literaire kritiek De Reactor, een fraaie recensie van Swanns kant op van de hand van Clemens Arts: prachtig verwoord, overtuigend geanalyseerd, voor mij een bewijs ten overvloede dat vertaalkritiek kritiek in optima forma kan zijn. Vertaalkritiek zoomt immers in op het meest eigene van literaire kunst, vorm en stijl, en voegt daar de scherptediepte van een comparatief standpunt aan toe. Een beetje jammer misschien alleen dat Arts dat comparatieve standpunt niet heeft uitgebreid tot zijn eigen in 2010 in De Leeswolf verschenen uiterst lovende bespreking van Thérèse Cornips’ vertaling van Du côté de chez Swann (‘Toch biedt haar grondhouding om Proust zo dicht mogelijk te volgen de beste garantie voor een optimale omzetting in het Nederlands.’)… > Lees verder

Thérèse Cornips (1926-2016)

‘Als je ziet hoe ik met vertalen bezig ben – dat is verschrikkelijk, zoveel als je kunt variëren. Vertalen is zo moeilijk omdat de taal zo oneindig veel mogelijkheden heeft. Ik heb lang geleden Tom van Deel wel eens horen zeggen dat een echt goede vertaler altijd in één keer het juiste woord koos. Hij lijkt wel gek, dacht ik toen. Een vertaler is als een schaker, die moet juist altijd heel lang nadenken.’

De op 4 maart jl. overleden grande dame Thérèse Cornips (1926-2016) heeft haar lange leven grotendeels gewijd aan de oneindige mogelijkheden van de taal. In haar jonge jaren was ze ‘gemankeerd artiest’ en daarnaast vriendin en ‘tuttelares’ van de dichter Chris van Geel (haar eigen woorden, zoals ze die liet optekenen in het portret dat Guus Middag onlangs van haar publiceerde, In een bevroren jas met een geleend tientje – herinneringen van Thérèse Cornips, Van Oorschot, 2015), maar begin jaren 60 ontdekte Cornips het literair vertalen.… > Lees verder

Vlucht naar Brussel

In het Maximiliaanpark, naast de kantoortorens van de Brusselse Noordwijk, hebben honderden vluchtelingen een heenkomen gezocht, hopend op een nieuw leven – een ander leven – wèg van de verschrikking. Ze zijn in België beland, ze hadden ook ergens anders kunnen belanden, maar hier zijn ze, het begin is er, nu de rest nog.

Ook ik ben ooit gevlucht, in België beland en er opnieuw begonnen. Daar houdt de overeenkomst op; ik ontvluchtte geen collectieve verschrikking maar een persoonlijke, mijn paniek was relatief, mijn vluchtelingenstatus bevoorrecht. Ik kon gaan en staan waar ik wilde, ik sprak de talen, ik had een Europees paspoort, ik hoefde nergens aan te sluiten voor registratie of verblijfsvergunning.… > Lees verder

Witgepleisterde graven. Conrad en Brussel

Mijn definitieve literaire tekst over Brussel is niet geschreven door een Belg maar door een migrant, de Pool Józef Teodor Konrad Nalecz Korzeniowski, beter bekend als Joseph Conrad (1857-1924), die zich na een loopbaan in de Britse marine tot Engelsman liet naturaliseren en zich ontpopte als Engelstalig schrijver, een van de grootste van de twintigste eeuw. In de novelle Heart of Darkness (1899), een op autobiografische ervaring gebaseerd relaas van een reis naar de Congolese binnenlanden in de tijd dat dat land het privébezit was van de Belgische koning Leopold II en eufemistisch ‘Congo Vrijstaat’ heette, speelt maar een fractie van de handeling, aan het begin en het eind van het verhaal, zich in Brussel af.… > Lees verder

De demon van de letter

Een goede vertaling is het werk van twéé auteurs. In de context van Antoine Bermans vertaalethische voorstellen kan het geen kwaad die open deur nog eens in te trappen, want hoe belangrijk ‘L’éthique de la traduction’ binnen de geschiedenis van de vertaaltheorie ook mag zijn geweest, en hoe suggestief het vandaag de dag nog altijd is, de praktische relevantie ervan wordt ondermijnd door wat ik wil karakteriseren als het scholastisch a priori waarvan Berman getuigt. Een ethiek die het Vreemde en het Andere zalig verklaart kan niet recht doen aan de tegenstrijdige eisen waaraan vertalers in de praktijk blootstaan. Dat kan alleen een ethiek die expliciet erkent dat vertalers stilistisch autonoom zijn, oftewel auteurs.… > Lees verder