web analytics

Waterfietsen is niet maoïstisch

‘De nieuwe weldenkenden, de maniakken van “spijt en berouw” – slijmjurken zijn het, die God hebben verjaagd maar wel verslaafd zijn geraakt aan het meest dubieuze deel van het christendom, het knielen, de zelfkastijding, mopper je terwijl je voor de tweede keer de rivier over vliegt.’

Aan de hypocrisie van de nieuwe weldenkenden heeft hij geen boodschap, Martin, de verteller van Olivier Rolins nieuwe roman Tigre en papier. Door een verleden van zelfkastijding is hij daar immuun voor geworden: dertig jaar terug behoorde hij tot de steile voorhoede die de revolutie der arbeidersmassa’s voorbereidde, met het Grote Gelijk van de Geschiedenis, belichaamd door Mao Zedong, aan zijn zijde.… > Lees verder

‘Slechte schrijvers zijn meestal ook slechte sociologen’: Pierre Bourdieu

De cultuursociologie van Pierre Bourdieu wordt vaak gereduceerd tot de stelling dat mensen onderhevig zijn aan ‘distinctiedrang’: zij ‘willen zich van elkaar onderscheiden’. Die gemakzuchtige frase heeft her en der, en speciaal in Nederland, ingang gevonden als een handzame samenvatting van zijn werk. Bourdieu heeft dat ook wel een beetje aan zichzelf te wijten. Wie denkt dat het begrip distinctiedrang weinig tot niets verklaart, moet natuurlijk met een titel als La Distinction (Minuit, 1979) op het ergste voorbereid zijn.

Uit de losse opmerkingen over literatuur die hier voor het eerst worden gepubliceerd, blijkt ten overvloede dat Bourdieu zich verzet tegen ‘utilitaristische interpretaties’ van zijn werk, oftewel tegen het ‘rationele keuze’-model dat vaak impliciet in het begrip distinctiedrang aanwezig is.… > Lees verder

Intieme Titanics

Toen Olivier Rolin begin jaren ’80 voor het eerst van zich deed spreken als romanschrijver, had hij al een bewogen carrière als revolutiemaker achter zich. In de nadagen van mei ’68 was hij een van de kopstukken van de Gauche prolétarienne, een marxistisch-leninistisch-maoïstische splinter, waaraan good old Sartre zijn intellectuele krediet had geschonken door in 1970 de redactie van het partijblad La Cause du peuple op zich te nemen. Rolin gold als maarschalk van de gewapende tak van de beweging. Niet voor lang: in 1972 hief de Gauche prolétarienne zichzelf op, een in de politiek zelden vertoonde collectieve harakiri.

Van revolutiemaker naar romanschrijver is een minder grote stap dan het lijkt, tenminste bij een romanschrijver van het type Rolin.… > Lees verder

Een slecht uitgeknepen citroen

Niets kleinmenselijks is de vertaler vreemd. Onlangs betrapte ik mezelf erop dat ik naarstig naar vertaalblunders zat te speuren in een oude vertaling van de tekst die ik op dit moment onder handen heb. Ik wilde mijn voornemen om die tekst opnieuw te vertalen voor mijzelf legitimeren door te kunnen wijzen op de aperte interpretatiefouten van mijn voorganger. Bij de eerste miskleun die ik aantrof, haalde ik opgelucht adem, en bij iedere miskleun die volgde verbeterde mijn humeur.

Tweemaal eerder heb ik me aan een dergelijke beschamende activiteit overgegeven. De eerste keer betrof het Georges Perecs Un homme qui dort uit 1967, in 1968 vertaald als Een slaper en verschenen in de beroemde witte-beertjesreeks.… > Lees verder

Twee wijfjes en één prooi

‘Wáár was alleen dit: “Ik wil met je neuken en je die andere vrouw doen vergeten.” De rest was, strikt genomen, fictie.’

Bovengenoemde waarheid is het leitmotiv van L’Occupation, het laatste werkje van de Franse schrijfster Annie Ernaux. De ‘bezetting’ waarnaar de titel verwijst, betreft de aloude kwaal der jaloezie: het in beslag genomen worden door obsessieve gedachten aan een medeminnares en het ondergaan van die obsessie als de gewelddadige inval van een bezettende macht.

Vrouw maakt het uit maar wordt jaloers op het nieuwe liefje van haar ex. En omdat die ex zijn nieuwe liefje angstvallig voor haar afschermt, is het achterhalen van haar identiteit een monomane, dwangmatige bezigheid, een kanalisering van verlatenheid en razernij, een aanleiding voor moordzuchtige fantasieën.… > Lees verder

‘Je ne pus qu’amèrement m’extasier’: traduire Michon en néerlandais

Parmi les différentes formes de plaisir que procure la lecture, Roland Barthes, dans son essai ‘Sur la lecture’,[1. R. Barthes, ‘Sur la lecture’, in : Le bruissement de la langue, Essais critiques IV, Seuil, Paris, 1984.] distingue, à côté de la lecture métaphorique ou poétique du texte (qui relève du fétichisme) et du plaisir métonymique de la narration (le suspense), le désir que provoque le texte lu d’écrire soi-même: nous désirons, dit Barthes, le désir que l’auteur a eu du lecteur lorsqu’il écrivait, nous désirons le aimez-moi qui est dans toute écriture. Aucun lecteur sans doute n’est saisi d’un tel désir au même degré que le traducteur: son désir, produire un texte digne d’être aimé, est directement proportionnel à l’aimez-moi investi dans le texte à traduire.… > Lees verder