web analytics

Aladdin

Beeldend kunstenaar, schrijver, souffleur, experimentator, actief in Brussel in de jaren 90 van de twintigste eeuw. Werd in de jaren ’90 onder uiteenlopende identiteiten waargenomen in Brussel.

Hoewel Aladdin tot op de dag van vandaag verstoken is gebleven van erkenning, verdient hij bijzondere vermelding als artistiek vernieuwer, of toch tenminste als uitvinder van de spiegeldruktechniek. Het procédé is eenvoudig. Met veelal donkere olieverf – sepia, aubergine, roestbruin enzovoort – wordt een vorm op het vlak van een spiegel geschilderd, die vervolgens wordt afgedrukt op een vel papier. Zo ontstaat een afdruk van een afdruk, een tweedegraadsafbeelding, die reminiscenties oproept aan de monochrome Anthropométries van Yves Klein.… > Lees verder

Clément Pansaers, Apologie van de luiheid, (fragment)

I

Klein prostitueetje…
… Ik, een saterskop?
Jij loopt – ik lanterfant.

… Jou volgen naar je kamer?
– Je bent zo uitgewoond.
Rust wat, peeskat. Ik ben luiheid.

… Mijn hand herinnert zich het orgiastisch koele van je hete huid.
Mijn oor het hijgen van je boezem…
Ik ben luiheid. Lummel wat met mij.
Zo’n wellust in jouw heidense lekkerbekkerij.

Jij denkt aan je schalkse canapeetje?
Ranzige ontuchtvlekken zullen het verluchtigen met een komiek motief –
de verzamelaar met fijne neus vermoedt een antiek patina.

… Je antiquair wenst zich vanavond te verpozen?
Blijf toch, stijfkop, haaibaai –
Aan ledigheid laaft zich het uitgehongerd ideaal van je elastieken onderbuik
Je zult hem in de zon te stoven leggen.… > Lees verder

Slalommen tussen de registers

Pagina 207: ‘[…] Uiteindelijk zocht ik mijn heil bij Baudelaire. Angst, dood, schaamte, dronkenschap, nostalgie, de verloren kindertijd… enkel onaantastbare onderwerpen, oerdegelijke thema’s. Het was toch wel bizar. De lente, de hitte, al die opwindende grietjes, en ik die daar las:

Gedraag je, o mijn Smart, probeer je in te tomen.
Je riep de Duisternis; zij daalt neer; zij is daar:
Een zwarte nacht heeft van de stad bezit genomen,
Die sommigen tot rust brengt, anderen bezwaart.

Terwijl in slaafs vertier de vuige mensenstromen
Gegeseld door ’t Genot, die wrede folteraar,
Met spijt in het verschiet luidruchtig samenkomen,
Reik mij de hand, mijn Smart; kom hierheen, ver vandaar…’

Bij de chute van het sonnet wordt het citaat afgebroken.… > Lees verder

Een vreemde waaiing

De huidige wederopleving van Brussel doet denken aan de hoogtijdagen rond 1900. Nergens werd die belle époque zo fraai beschreven als in Herman Teirlincks grotestadsroman Het ivoren aapje. Rokus Hofstede duikt met de twee hoofdpersonen van het boek onder in de Brusselse nieuwjaarsnacht.

Op nieuwjaarsavond – het is iets na tienen – brengt Ernest Verlat, telg van een Frans-Brusselse magistratenfamilie, een bezoek aan Rupert Sörge, een jonge Hongaarse aristocraat, die Wenen en Nice achter zich heeft en nu het mondaine Brussel als jachtterrein verkiest. Sörge bewoont een patriciërshuis aan de Louizalaan, in de bovenstad. De twee vrienden dalen te voet af naar de benedenstad, doorkruisen een volkswijk, flaneren over de centrumboulevards, drinken een glas port in een café, souperen in een nachtrestaurant.… > Lees verder

Caroline Lamarche, De dag van de hond, (fragment)

Om haar wat te verstrooien vertelde ik haar de legende van de heilige Rochus, die vroeger werd aangeroepen ter bescherming tegen de pest. Op weg naar Rome had die veertiende-eeuwse pelgrim op wonderbaarlijke wijze pestlijders genezen, totdat hij zelf besmet was geraakt en zich had teruggetrokken in een bos, waar een engel over zijn genezing waakte en een hond hem elke dag brood kwam brengen. Later, nadat hij zijn reis had hervat, werd hij opgepakt als spion. Hij stierf in de gevangenis. De jonge vrouw leek diep getroffen door het ellendige einde van die uitverkorene van God. Ze wilde de kerk bezichtigen die aan hem was gewijd.… > Lees verder

Jean Baudrillard, ‘Want illusie is niet in strijd met werkelijkheid’ (fragment)

Stilte van de foto. Dat is een van de meest waardevolle eigenschappen van de foto, vergeleken met film en televisie, die je altijd het zwijgen moet opleggen, tevergeefs. Stilte van het beeld, dat geen enkel commentaar nodig heeft (of nodig zou hoeven hebben!). Maar stilte ook van het object, dat door het beeld wordt ontrukt aan de overvolle, oorverdovende context van de reële wereld. Hoezeer ook omringd door lawaai en geweld, krijgt het object door de foto onbeweeglijkheid en stilte terug. Midden in de verwarring van het stadsleven herschept de foto het equivalent van de woestijn, een fenomenaal isolement. Fotograferen is de enige manier om steden in stilte door te wandelen, om de wereld in stilte af te reizen.… > Lees verder