‘Ik heet Cécile Volanges en niet Cécile de Volanges en dat is gek want mama heet wel madame de Volanges omdat ze van adel is.’ Zo – zonder komma’s op plaatsen waar je ze zou verwachten, en met kinderlijk veel nevenschikkende voegwoorden – zou een typische Cécile-zin er in mijn vertaling uit kunnen zien. Ze is het domme gansje van Riskante relaties, het vijftienjarige wichtje dat net uit de kloosterschool komt en aan wie marquise de Merteuil in een PS bij brief 105 schrijft: ‘O, ik vergeet nog iets… één ding. Probeer je stijl beter te verzorgen. Je schrijft nog altijd als een kind.’… > Lees verder
Riskante relaties: de spagaat
Het meest opvallende en destijds meest vernieuwende aspect van Les Liaisons dangereuses is het stilistisch realisme. Elk personage heeft zijn eigen stijl en verhoudt zich op zijn eigen manier tot de achttiende-eeuwse conventies. Aanvankelijk (behoorlijk lang) legde ik in mijn vertaling daarom sterk de nadruk op die conventies: het korset van de wellevendheid met zijn vereiste elegantie, afstandelijkheid en geijkte formules, waartegen de individuele expressie afsteekt als scheurtjes (en in sommige gevallen forse scheuren) tegen een sierplafond. Het was immers een boek over salons en gepoederde pruiken, dus wat zou ik er anders van moeten maken dan een bedwelmende kostuumroman, in de stijl van de prachtige verfilming door Stephen Frears?… > Lees verder
Riskante relaties: Adriaan Morriën
Over Adriaan Morriën (1912–2002) niets dan goeds. Voorvechter van vertalersrechten, mede-oprichter van het Fonds voor de Letteren, docent/goeroe aan het roemruchte Instituut voor Vertaalkunde aan de Universiteit van Amsterdam, medeontdekker van schrijvers als W.F. Hermans, Gerard Reve en Harry Mulisch, auteur van een dertigtal boeken, en natuurlijk vertaler van met name drie klinkende titels: Het verhaal van O van Pauline Réage, De vreemdeling van Albert Camus en Gevaarlijk spel met de liefde van Pierre Choderlos de Laclos. Hij ontving in 1962 de Martinus Nijhoffprijs.
Na de versie van Morriën uit 1954 zijn er nog twee andere vertalingen van Les Liaisons dangereuses verschenen, respectievelijk van de hand van Renée de Jong-Belinfante (Gevaarlijke liefde, 1966) en Frans van Oldenburg Ermke (Gevaarlijke hartstochten, 1972), maar de tekst van Morriën is altijd als de standaardvertaling blijven gelden, misschien wel gewoon omdat zijn uitgever(s) een actiever herdrukbeleid voerde(n).… > Lees verder
Riskante relaties: de titel
Eerder (hier) schreef ik vrij uitgebreid over de titel die ik aan mijn vertaling van Les Liaisons dangereuses wilde meegeven: Gevaarlijke verhoudingen. Vooral de directe verwijzing naar Hella Haasses vervolg op het boek, Een gevaarlijke verhouding – Daal- en Bergse brieven (1976), leek me van groot belang. Toch is het Riskante relaties geworden, om redenen die in de commentaartjes onder mijn eerdere blogpost ook al duidelijk worden: 1) het bekt beter, de discrete alliteratie is mooi en komt niet al te gekunsteld over; 2) het klinkt veel moderner (waarover later meer); 3) ‘relatie’ is de enige bruikbare term waarmee ook een persoon kan worden aangeduid met wie men een sociale betrekking heeft, en beide betekenissen zijn in het boek actief: ‘Als hij, zoals je zegt, gewoon maar een voorbeeld is van het risico dat relaties aankleeft, wordt hij daar dan zelf een minder riskante relatie van?’… > Lees verder
Riskante relaties: Visconde de Valmor
Een paar weken geleden verbleef ik met mijn geliefde in een gerieflijk appartement in Lissabon om even bij te komen van een lange, loodzware vertaalklus die ik eindelijk had volbracht – of althans bijna volbracht, want op de dag voor vertrek werd me duidelijk dat er nog altijd zo’n 3000 woordjes zouden blijven liggen tot na mijn thuiskomst, om nog maar te zwijgen van het nawoord, de correcties en de drukproeven. Niet getreurd: het was een heerlijke week, het weer deed zijn best (30 graden) en het grootste deel van de tijd lukte me het vrij goed om mijn werk uit mijn hoofd te zetten.… > Lees verder
Een piramide van verloren tijd
Verschenen in het Vlaamse cultuurmagazine Rekto:Verso: een dossier over Onze tijd. Redacteur Wannes Gyselinck interviewde Rokus Hofstede over (het vertalen van) Proust. We nemen het interview over met toestemming van de auteur.
Door Wannes Gyselinck
Geen kunstenaars die meer over tijd en tijden moeten reflecteren dan vertalers van literaire klassiekers. Zeker vertalers van Proust. Rokus Hofstede haalde – taalde – diens verloren tijd terug naar vandaag. ‘We zijn maar twee jaar over tijd gegaan.’
Tijd is het alfa en omega van Prousts Op zoek naar de verloren tijd. De zevendelige roman begint met tijdsverlies – le temps perdu – en eindigt, glorieus en na meer dan drieduizend bladzijden, met tijdswinst: le temps retrouvé.… > Lees verder