web analytics

D’Angelo, Lorenzo (bijgenaamd: Lorentino)

Italiaans schilder (geb. in Arezzo, Italië, 15de eeuw), pupil van Piero della Francesca. Droeg samen met onder meer Melozzo da Forlì bij aan Piero’s fresco’s in de Bacci-kapel van de San Francesco-basiliek in Arezzo (Geschiedenis van het Heilige Kruis), die beschouwd worden als diens meesterwerk. Nam omstreeks 1460 deel aan een door de stad Siena uitgeschreven prijsvraag, gewonnen door Da Forlì, die later bekendheid verwierf met een monumentaal fresco van Paus Sixtus IV.

Van Lorentino is geen enkel werk overgeleverd. Zijn naam wordt terloops genoemd in de beroemde Vite (1550) van Vasari, in een klein terzijde bij ‘Het leven van Piero della Francesca’.… > Lees verder

Doxa, Johan

Belgisch schilder en miniaturist, actief in het begin van de 20ste eeuw. Geboren in de Zespenningenstraat, in de Brusselse benedenstad, als zoon van een speelgoedverkoper. Tussen zijn vijftiende en zijn eenentwintigste bezocht hij de hoofdstedelijke academie. Hij bewoonde een zolderkamer in het ouderlijk huis en schilderde portretten, beelden van heiligen en kleine kruiswegen. Verkopen deed hij ongaarne. Hij was bevriend met Lieven Lazare, letterkundige, katholiek pamfletschrijver en hartstochtelijk pleitbezorger van Doxa’s werk: men leze Lazares autobiografische verhaal ‘Ploerten’, waarin hij spreekt van Johan Doxa als van een ‘uitverkoren wezen, hetwelk uit de vroomheid van gotische tijden onbeholpen te midden van de tartende ketterij der encyclopedisten gesmeten werd’.… > Lees verder

Ethal, Claudius

Brits schilder en verzamelaar (†Parijs, 16 mei 1899). Eind 19de eeuw was Ethal de favoriete portretschilder van de Londense aristocratie; in mondaine kringen gold hij als arbiter elegantiarum en zijn reputatie reikte tot Parijs, Wenen en New York. Hij werd ge•nspireerd door het werk van Hogarth, Reynolds, Goya, Rops, Burne-Jones, Khnopff en Toorop, maar zijn grootste fascinatie gold Gustave Moreau. Met James Whistler en James Ensor onderhield hij persoonlijke betrekkingen. Hij bezat een rijke verzameling maskers, uitheemse vergiften, afrodisiaca en narcotica, en zijn besloten opiumfeesten waren berucht in de artistieke society. Hij zocht het gezelschap van lesbiennes en pederasten, straatprostituees en criminelen; de mooiste blikken vond hij in bedelaarsogen.… > Lees verder

Gacougnol, Pélopidas-Anacharsis

Frans kunstenaar (†1880). Behalve als schilder was hij actief als beeldhouwer, tekenaar, dichter, musicus en criticus. Hij illustreerde de fabels van La Fontaine op doek en in bas-reliëfs, en droeg satirische tekeningen bij aan verscheidene periodieken. Hij was de uitvinder van de Milesiaanse buste: het konterfeitsel van een illustere persoon in marmer of brons, afgebeeld van kruin tot navel maar zonder armen, hetgeen volgens hem het portret een hooghartig-koele uitstraling gaf. Ondanks zijn hooggestemde kunstenaarsidealen – ‘Ik behoor tot geen andere school dan de mijne. Mijn ambitie is om Pélopidas Gacougnol te zijn, en geen ander’ – beschouwde hij zichzelf als een ‘groot mislukt kunstenaar’.… > Lees verder

Gamelin, Évariste

Frans schilder, actief omstreeks 1789. Aanvankelijk schilderde hij, geheel volgens de toenmalige mode, hoofse scènes in de trant van Watteau en Fragonard, maar nadat hij gewonnen was geraakt voor het revolutionaire gedachtengoed verwierp hij die als uitwassen van monarchistische verdorvenheid. Star en rechtlijnig van aard, had hij hoe dan ook maar weinig talent voor erotische afbeeldingen. In navolging van zijn meester David, de leider van de nieuwe school, liet hij zich vervolgens inspireren door de Etrusken en de Romeinen en schilderde antieke allegorieën. Zijn Hercules die de Hydra van de Tirannie vermorzelt en zijn Tiran door de Furiën achtervolgd tot in het Schimmenrijk, zijn niet van grootsheid gespeend, evenmin als zijn Electra aan het Ziekbed van Orestes, wellicht Gamelins beste doek.… > Lees verder

Juréal (bijgenaamd: Signor)

Meester Juréal, beeldhouwer te Mechelen, actief in het begin van de 16de eeuw, tijdens de landvoogdij van Margaretha van Parma, de gulden tijd waarin Mechelen het ‘Firenze van het Noorden’ was, en een brandpunt van humanisme. Juréals werk behoort evenwel nog tot de middeleeuwen: zijn inspiratie was zuiver christelijk, hij werkte slechts in zandsteen en veronachtzaamde het marmer, het favoriete materiaal van de uit Italië en de Savoye overgekomen beeldhouwers, die dweepten met de klassieken. Juréal kon zich dan ook niet verheugen in de gunst van de landvoogdes, maar dankte zijn fortuin louter aan zijn werk voor kerkelijke opdrachtgevers. Vermaard om zijn heiligenbeelden en bas-reliëfs, was hij onder meer betrokken bij de bouw van de Sint-Romboutskerk.… > Lees verder