web analytics

Goncourt

Op 7 november 2005 was ik uitgenodigd voor een feestje. Plaats van handeling: Place Gaillon, Parijs, in het chique restaurant Drouant. Althans, daar zou het feest beginnen, waarna het al snel zou worden verplaatst naar een geheime locatie.

Bij Drouant wordt elk jaar begin november de winnaar van de Prix Goncourt bekendgemaakt. Vandaar ook dat feestje: na een eerdere close miss in 1998 voor Elementaire deeltjes kon de prijs Michel Houellebecq dit keer niet ontgaan voor Mogelijkheid van een eiland, zo was het algemene gevoelen, en dus drong ik mij rond lunchtijd door het gewoel om samen met de cameraploeg van filmmaker Erik Lieshout getuige te zijn van een symbolische lauwering waar de schrijver Houellebecq veel belang aan hechtte, ook al wist hij net als iedereen dat de Prix Goncourt allerminst een garantie op eeuwige roem betekent.… > Lees verder

Oersimpele manier om een stad te verwoesten

Mario Vargas Llosa, Nobelprijswinnaar 2010, woonde in de jaren 60 in Parijs, een stad die toen voor veel Latijns-Amerikaanse auteurs gold als een soort nieuw Jeruzalem. De Peruaan was er goed bevriend met de eenentwintig jaar oudere Argentijnse schrijver Julio Cortázar (1914-1984). In 1997 schreef Vargas Llosa een zeer mooi essay over het werk van Cortázar en over de jaren waarin die zijn model en mentor was. Ik las dat essay dezer dagen met stijgende geestdrift – Haan en ik hebben namelijk de afgelopen maanden het complete Franstalige werk van Cortázar vertaald. Vargas Llosa:

‘[…] De literatuur verstikt zichzelf met een overmaat aan conventies en ernst.… > Lees verder

Politiepastiche

Een pastiche, zegt Van Dale, is een ‘werkstuk in nabootsende stijl, met satirische of kritische bedoelingen’. La Carte et le territoire mondt volgens diverse commentatoren uit in de ‘pastiche van een politieroman’. Die karakterisering is maar ten dele terecht, want hoewel het in deel drie van de roman inderdaad gaat om het politie-onderzoek naar de moord op schrijver Michel Houellebecq, en hoewel de focalisator (zoals de narratologen zeggen) in dat deel niet langer kunstenaar Jed Martin is maar commissaris Jasselin, die het onderzoek leidt, is er van de nabootsing van een politieroman, laat staan van de satire of kritiek op dat genre, geen sprake.… > Lees verder

Kaart en veldeffect

Die Haan en Hof toch. Dachten ze in La Carte et le territoire te zijn gestuit op een heus veldeffect, een literair-strategisch eerbetoon van de ene schrijver aan de andere, blijkt het allemaal op toeval te berusten, zoals Houellebecq zijn Nederlandse vertaler desgevraagd meldt: hij wist helemaal niet dat Châtelus-le-Marcheix het in Vies minuscules bezongen geboortedorp van Pierre Michon was, en heeft het plaatsje puur uitgekozen vanwege de schoonheid van de betreffende Michelinkaart (want daar gaat het boek tenslotte over).

Einde veldeffect? Nee hoor. Als een klein Frans dorpje in twee boeken een belangrijke rol speelt, gaan die boeken onherroepelijk met elkaar resoneren.… > Lees verder

Kaart en gebied (bis)

De Creuse is een Frans departement dat toeristen of welgestelde gepensioneerden op zoek naar de bekoringen van het platteland tot nog toe grotendeels links hebben laten liggen, en met reden. Het is een ingeklonken, sombere streek, bestaand uit bosrijke hoogvlakten doorsneden met smalle, vochtige valleitjes; het landschap van de Creuse heeft de bezoeker weinig schoons, weids of lieflijks te bieden.

In zijn nieuwe roman La Carte et le territoire verklaart Michel Houellebecq het feit dat vroegoude Britse traders de Creuse tot op heden hebben veronachtzaamd, nadat ze zich meester hadden gemaakt van de Dordogne en op het punt stonden om uit te zwermen over het Massif Central, niet uit de aard van het landschap, maar uit de val van de Londense beurs en de crisis van de subprimes.… > Lees verder

Frans de Haan (1935-2010)

‘Toen ik zestien was heeft niemand me aangeraden Valéry, Gide, Claudel te lezen. Niemand. En als ik een boek kocht van het geld dat ik uit het vestzakje van vader pikte voordat ik naar school ging, moest ik het weghouden als ik thuiskwam. Maar in mijn kamer beklommen de boeken elkaar. De literatuur was aan het vrijen. Omdat ik, wachtend op het luchtalarm, niet sliep, las ik. Doordat ik steeds bang was voor – Duitse of Amerikaanse – spek en bonen dood te gaan, bedacht ik op een dag dat leven alleen uitgaande van het plezier mogelijk was. En jammer dan voor de maatschappelijke of andere doeltreffendheid.… > Lees verder