web analytics

De ontsnapping uit het serail

Het zou een opera van Mozart of Rossini kunnen zijn. Ouverture met motiefjes alla turca, zodat we meteen weten waar we ons bevinden. Eerste bedrijf. Een knappe jonge edelman, gevangengenomen door het Turkse leger en als slaaf verkocht aan een vrekkige Ottomaanse heer, beklaagt zich luidkeels over zijn situatie. Maar halverwege zijn lange aria gaat de toonsoort over van mineur naar majeur, want onze held heeft één grote troost: hij is verliefd op de dochter van zijn meester en zij op hem, en hij hoopt op een dag samen met haar te kunnen vluchten. In een volgend tafereel zien we de slaaf met zijn meester, die een groot vertrouwen in hem heeft en hem wil belasten met een belangrijke taak – het vervolg is bekend.… > Lees verder

Zwanger, wat nu?

Toen de twintigjarige freule Marie-Madeleine de La Vergne op 15 februari 1655 in het huwelijk trad met de achttien jaar oudere graaf François de La Fayette, kon de toenmalige boulevardpers met recht de pen scherpen. Het huwelijk werd halsoverkop gesloten, de bruid bracht ondanks haar enorme familiekapitaal geen bruidsschat mee en behield volledige zeggenschap over haar eigen vermogen, en behalve een illustere naam had de bruidegom haar weinig te bieden – terwijl zij door haar afkomst en rijkdom toch een van de aantrekkelijkste partijen van adellijk Frankrijk was, in theorie goed voor een tophuwelijk.

Waarom trouwt een aanzienlijke mondaine jonkvrouw halsoverkop met een onaanzienlijke landedelman?… > Lees verder

Variaties op het ‘ik’: in de marge van Milan Kundera

Ik

De blik van de schrijver peilt het werk van de schilder, zoekend naar de essentie.[ref]De schilder: Francis Bacon, over wie Kundera’s tekst gaat.[/ref]

De essentie: datgene wat het werk tot zichzelf maakt – zoals het ‘ik’ dat in een lichaam trilt.

Over dat ‘ik’ zegt de schrijver in een van zijn romans, Onsterfelijkheid: ‘Toen we eenmaal als onszelf de wereld in waren gegooid, moesten we ons eerst met die worp van de dobbelstenen, dat door Gods computer georganiseerde toeval identificeren: ophouden ons erover te verbazen dat nu juist dit (wat we vóór ons in de spiegel zien) ons ik is.’… > Lees verder

Altijd maar die liefdesverhalen!

‘Hommage aan Diderot in drie bedrijven.’ Zo noemt Milan Kundera Jacques en zijn meester, het enige toneelstuk dat hij tot zijn volwassen oeuvre rekent (hij schreef er meer). Zelf benadrukt Kundera graag dat het stuk een variatie en geen bewerking is: de thema’s mogen dan ontleend zijn aan Jacques le fataliste, het resultaat is een geheel nieuw kunstwerk, dat niet bedoeld is als herhaling in een andere vorm van wat Diderot al heeft gedaan, maar als een verkenning van nieuwe mogelijkheden. Toch valt voor wie Jacques le fataliste kent in eerste instantie vooral op hoe goed Kundera de roman heeft gelezen, en in die aandachtige lectuur schuilt een niet onbelangrijk deel van de hommage.… > Lees verder

De grap van de geschiedenis

De grap is Milan Kundera’s eerste roman. Hij schreef het boek in Tsjecho-Slowakije gedurende de tijd van toenemende politieke ontspanning die voorafging aan de Praagse Lente van 1968, en voltooide het eind 1965. Nadat hij een jaar lang alle door de censuur voorgestelde aanpassingen en inkortingen had afgewezen, verscheen de roman uiteindelijk geheel ongewijzigd in het voorjaar van 1967: een zeer opmerkelijk feit, gezien de openhartigheid waarmee Kundera de communistische terreur van de jaren vijftig beschrijft. Na de inval van de Russen in augustus 1968 kwam zijn hele werk dan ook al snel op de index te staan, hij verloor zijn baan en emigreerde in 1975 noodgedwongen naar Frankrijk, waar zijn werk inmiddels grote faam genoot.… > Lees verder

De lyrische leeftijd

De lyrische leeftijd. Zo had Milan Kundera zijn tweede roman, Het leven is elders, eerst willen noemen. Tegenwoordig zou hij misschien hebben gekozen voor een beknoptere titel in de lijn van zijn laatste vier romans, een titel als van een allegorie à la Giotto, die in één begrip de kern van het werk weergeeft: Onervarenheid bijvoorbeeld, of Vervoering. Want Het leven is elders vertelt niet zomaar het verhaal van een jonge dichter, maar het verhaal van de jonge dichter in het algemeen – waarbij de termen ‘jong’ en ‘dichter’ niet los van elkaar moeten worden gelezen, maar een pleonastisch geheel vormen: de jeugd is de leeftijd van het lyrische, en in het lyrische ligt de essentie van de jeugd besloten.… > Lees verder