Er zijn twee elementaire contexten waarin je een kunstwerk kunt plaatsen: hetzij de geschiedenis van de natie waar het is ontstaan (laten we die de kleine context noemen), hetzij de supranationale geschiedenis van de kunstvorm waartoe het behoort (laten we die de grote context noemen). We zijn eraan gewend om muziek spontaan in de grote context te bekijken: voor een musicoloog doet het er weinig toe wat de moedertaal van Roland de Lassus of Bach was; een roman, die met zijn taal verbonden is, wordt daarentegen op alle universiteiten van de wereld bijna uitsluitend in de kleine nationale context bestudeerd. Europa is er niet in geslaagd zijn literatuur als een historische eenheid te denken, en ik zal nooit moe worden te herhalen dat daarin zijn onherstelbare geestelijke echec schuilt.… > Lees verder
Variaties op het ‘ik’: in de marge van Milan Kundera
Ik
De blik van de schrijver peilt het werk van de schilder, zoekend naar de essentie.[ref]De schilder: Francis Bacon, over wie Kundera’s tekst gaat.[/ref]
De essentie: datgene wat het werk tot zichzelf maakt – zoals het ‘ik’ dat in een lichaam trilt.
Over dat ‘ik’ zegt de schrijver in een van zijn romans, Onsterfelijkheid: ‘Toen we eenmaal als onszelf de wereld in waren gegooid, moesten we ons eerst met die worp van de dobbelstenen, dat door Gods computer georganiseerde toeval identificeren: ophouden ons erover te verbazen dat nu juist dit (wat we vóór ons in de spiegel zien) ons ik is.’… > Lees verder
Variations sur le «moi» – en marge de Milan Kundera
Le «moi»
Le regard de l’écrivain sonde l’œuvre du peintre, à la recherche de l’essence.
L’essence: ce qui fait de l’œuvre ce qu’elle est — comme le «moi» qui frissonne dans un corps.
De ce «moi», l’écrivain dit dans l’un de ses romans, L’Immortalité: «Une fois expédiés dans le monde tels que nous sommes, nous avons dû d’abord nous identifier à ce coup de dés, à cet accident organisé par l’ordinateur divin: cesser de nous étonner que précisément cela (cette chose qui nous fait face dans le miroir) soit notre moi.»
Le «moi» comme essence et comme accident: entre ces deux pôles se meut l’œuvre de Milan Kundera.… > Lees verder
Milan Kundera, Het brute gebaar van de schilder, fragment
Het was in 1972. In een geleend flatje in een Praagse buitenwijk ontmoette ik een meisje. Twee dagen eerder had de politie haar een hele dag lang over mij uitgehoord. Ze wilde me nu in het geheim ontmoeten (ze was bang dat ze voortdurend werd gevolgd) om me te vertellen welke vragen haar waren gesteld en wat ze had geantwoord. Bij een eventueel verhoor moesten mijn antwoorden gelijk zijn aan de hare.
Het was een heel jong meisje, dat nog maar weinig van de wereld had gezien. Het verhoor had haar danig van streek gebracht en al drie dagen lang teisterde de angst haar ingewanden.… > Lees verder
Altijd maar die liefdesverhalen!
‘Hommage aan Diderot in drie bedrijven.’ Zo noemt Milan Kundera Jacques en zijn meester, het enige toneelstuk dat hij tot zijn volwassen oeuvre rekent (hij schreef er meer). Zelf benadrukt Kundera graag dat het stuk een variatie en geen bewerking is: de thema’s mogen dan ontleend zijn aan Jacques le fataliste, het resultaat is een geheel nieuw kunstwerk, dat niet bedoeld is als herhaling in een andere vorm van wat Diderot al heeft gedaan, maar als een verkenning van nieuwe mogelijkheden. Toch valt voor wie Jacques le fataliste kent in eerste instantie vooral op hoe goed Kundera de roman heeft gelezen, en in die aandachtige lectuur schuilt een niet onbelangrijk deel van de hommage.… > Lees verder
De grap van de geschiedenis
De grap is Milan Kundera’s eerste roman. Hij schreef het boek in Tsjecho-Slowakije gedurende de tijd van toenemende politieke ontspanning die voorafging aan de Praagse Lente van 1968, en voltooide het eind 1965. Nadat hij een jaar lang alle door de censuur voorgestelde aanpassingen en inkortingen had afgewezen, verscheen de roman uiteindelijk geheel ongewijzigd in het voorjaar van 1967: een zeer opmerkelijk feit, gezien de openhartigheid waarmee Kundera de communistische terreur van de jaren vijftig beschrijft. Na de inval van de Russen in augustus 1968 kwam zijn hele werk dan ook al snel op de index te staan, hij verloor zijn baan en emigreerde in 1975 noodgedwongen naar Frankrijk, waar zijn werk inmiddels grote faam genoot.… > Lees verder