web analytics

Een lachspiegel op de hoofdweg

Slecht geschreven en onbegrijpelijk. Dat vond de grote stilist Gustave Flaubert Het rood en het zwart, de roman waarmee Henri Beyle, alias Stendhal (1783-1842), dertig jaar eerder zijn naam had gevestigd. Diezelfde roman figureert inmiddels in de Perpetua Reeks van Athenaeum-Polak & Van Gennep en wordt dus door een serieuze jury inmiddels beschouwd als een van de honderd beste boeken ter wereld – samen met Flauberts Madame Bovary. Het kan verkeren.

Wie de schrijfstijl als oorsprong, doel en zin van alle literatuur ziet, zoals ruim de helft van alle Franse schrijvers sinds Flaubert, is bij Stendhal inderdaad aan het verkeerde adres.… > Lees verder

De mens, dat weerzinwekkende wezen

Louis Salavin is een jonge kantoorbediende bij een grote firma. Als hij op een dag een document moet gaan overhandigen aan niemand minder dan de directeur, merkt hij ineens dat zijn lichaam de touwtjes in handen heeft genomen: langzaam gaat zijn rechterhand met uitgestoken wijsvinger naar het linkeroor van de grote baas. Hij raakt het aan en wordt op staande voet ontslagen.

Zo begint Confession de minuit van Georges Duhamel (1884-1966), naar verluidt het lievelingsboek van Willem Elsschot, dat nu in vertaling is verschenen bij de uitgeverij die ook Elsschots werk uitgeeft. De Nederlandse titel, Middernacht, laat helaas het kernwoord uit de Franse titel weg.… > Lees verder

Tegen de terreur van het Goede

Hij heeft een donkere zonnebril op. Hij houdt van harde rockmuziek. Hij gebruikt bewustzijnsverruimende middelen. Hij kondigt het einde van de mensheid aan, of iets wat daarop lijkt. En hij schrijft vuistdikke boeken.

Maurice G. Dantec is een geval apart, en volgens sommigen de grootste Franse schrijver van onze tijd. Dat laatste mag opvallend heten gezien het genre waarin hij zich bij voorkeur beweegt: de toekomstroman. Maar zelf ziet hij het onderscheid tussen dat ‘lagere’ genre en de algemene, ‘hoge’ literatuur niet zo. Als literatuur een poging is om via de omweg van de verbeelding iets duidelijk te maken over de werkelijkheid waarin we leven, kan het heel nuttig zijn om de geijkte ‘er was eens’-conventie, de basis van elke realistische roman, af en toe te vervangen door een ‘er zal eens zijn’ dat het heden plotsklaps in een heel ander daglicht plaatst.… > Lees verder

Een happy end voor Michel

‘Als de betekenis van een roman de rewriting ervan overleeft, bewijst dat indirect hoe middelmatig die roman is.’ Dat zegt Milan Kundera in het voorwoord bij zijn toneelstuk Jacques en zijn meester, en de boodschap is duidelijk: een roman moet doen wat alleen een roman kan doen, en een bewerking ervan heeft dus alleen zin als die niet probeert hetzelfde te bereiken, maar zich opwerpt als een ‘variatie’ met een eigen betekenis – zoals Kundera’s toneelstuk een variatie is op Diderots roman Jacques de fatalist.

Ik heb me altijd afgevraagd of die stelling wel klopt. Zou een bewerking niet met andere middelen hetzelfde doel kunnen bereiken?… > Lees verder

Bezienswaardigheden van Raymond Queneau

‘Wanneer ik erin zou slagen u duidelijk te maken wat het voor een mens kan betekenen met literatuur om te gaan, zou ik voor mijn gevoel het belangrijkste gedeelte van mijn opdracht vervuld hebben.’

Dat was de taak die Evert van der Starre (1935-2004) zich stelde toen hij in 1977 hoogleraar Franse letterkunde in Leiden werd. Het moet gezegd, hij had zijn uiterlijk mee: van zo’n forse, breedgeschouderde man met priemende ogen achter dikke brillenglazen wilde je als twintigjarige graag aannemen dat Montaigne en Pascal boeiende lectuur waren, ook al hadden ze de schijn tegen. En grappig was hij ook: zonder een spier te vertrekken doceerde hij zijn studenten dat de beroemde beeldhouwer Pigalle zijn naam ontleende aan het al even beroemde Parijse plein.… > Lees verder

Lezen in de breedte

De naam Gérard Genette doet bij veel literair onderlegde Fransen een pijnlijk belletje rinkelen. Als uitvinder van barbaarse termen als homodiëgetisch en pseudo-iteratief bracht hij met zijn wetenschappelijke verteltheorie menig letterenstudent tot wanhoop. Hooguit een enkeling met een afwijkend gevoel voor humor kon wel grinniken om de ongebreidelde naamgevingsdrift die de auteur van Figures III tentoonspreidde, en proefde daarin een verfijnd soort ironie.

Die enkeling had gelijk, want nu is er Bardadrac, een erudiet maar daarom niet minder grappig, speels en ontroerend boek waarin dezelfde Genette, inmiddels 76 jaar oud, de tas van zijn leven leegschudt en laat zien dat hij allesbehalve het prototype van de saaie, lichtelijk autistische en stilistisch onvermogende literatuurwetenschapper is.… > Lees verder