Bij mijn intrede in de grote wereld was ik nog ongetrouwd en zodoende gedwongen stilletjes toe te zien; ik heb die tijd benut om goed om me heen te kijken en na te denken. Terwijl ik voor onnozel of verstrooid doorging, eigenlijk nauwelijks luisterend naar wat men me allemaal wilde inprenten, zoog ik alles in me op wat men voor me verborgen wilde houden.
Door die nuttige nieuwsgierigheid leerde ik veel, en ook te veinzen. Vaak was ik gedwongen de mensen om me heen niet te laten merken waar mijn aandacht naar uitging, terwijl ik mijn ogen wel zo goed mogelijk de kost gaf; uit die tijd dateert het masker van verstrooidheid dat ik graag opzet en dat jij zo vaak hebt geprezen.… > Lees verder