web analytics

Vouwtje!

Op de Michelinkaart van de departementen Creuse en Haute-Vienne loopt vlak naast het dorp Châtelus-le-Marcheix een vouw. Dat weet ik omdat ik de kaart in kwestie direct heb aangeschaft na mijn eerste lezing van La Carte et le territoire. In hoofdstuk 2 van het eerste deel beschrijft Houellebecq hoe zijn hoofdpersoon, de kunstenaar Jed Martin, bij het kopen en openvouwen ervan zijn ’tweede grote esthetische openbaring’ kent:

Die kaart was subliem; diep getroffen begon hij te trillen voor de toonbank. Nog nooit had hij zo’n prachtig, zo’n van emotie en betekenis vervuld voorwerp aanschouwd als die Michelinkaart op 1:150.000 van de Creuse en de Haute-Vienne.

> Lees verder

Verslag van de dag

In mijn vorige post schreef ik over opzichtige klankeffecten die op mijn zenuwen werkten en over prachtige klankeffecten die haast vanzelf in mijn vertaling opdoken. Maar er is nog een derde categorie, misschien wel de interessantste, namelijk die der vanzelf opduikende ongewenste echo’s. Het wegwerken daarvan, tientallen keren per dag, is ongetwijfeld het meest tijdrovende en creativiteitsbevorderende onderdeel van het literair vertalen, en voor de lezer (die alleen de oplossing ziet en daar als het goed is niet over struikelt) het meest onzichtbare. Neem de volgende zin uit La Carte et le territoire, p. 37:

[…] il écoutait le récit de la journée, souriait à son fils, payait le salaire demandé.

> Lees verder

Cimbalen en symbolen

Normaal gesproken vind ik ritme veel belangrijker dan klank. Opzichtige alliteraties werken op mijn zenuwen, vooral als ze expres zijn aangebracht door vertalers die denken dat daarin de ware boodschap van de tekst schuilgaat, en die er niet voor terugdeinzen om voor één klein klankeffectje (dat geen ander doel dient dan zichzelf, en evengoed aan het toeval kan worden toegeschreven) alle andere elementen van de tekst geweld aan te doen. Het kind met het badwater weggooien, noemen wij dat.

Er zijn mensen die van het turven van klankherhalingen een dagtaak hebben gemaakt. Paul Claes bijvoorbeeld, die in de aantekeningen bij zijn Rimbaudvertalingen per gedicht een opsomming van de erin voorkomende klankeffecten geeft – alsof  we die door middel van een nieuw soort woordalchemie zouden kunnen samenvoegen met de vertaling om te kunnen ervaren wat de Franse lezer bij het oorspronkelijke gedicht ervaart.… > Lees verder

Hélène Rousselet (1901-2001)

Zo begint het manuscript dat Hélène Rousselet naliet aan haar familie. In vertaling: ‘Hierbij dan mijn herinneringen aan de tijd van vroeger voordat ze in vergetelheid verzinken. Ik draag ze op aan de jongeren van de familie, opdat ze weten uit wat voor zuiver boerengeslacht ze stammen. En dat ze er trots op mogen zijn.’

Hélène Rousselet was de vorige eigenares van ons huis. Toen we er in 2003 kwamen wonen, was ze al anderhalf jaar dood, maar uit de verhalen van de dorpsbewoners werd algauw duidelijk dat het een bijzondere vrouw was geweest, hartelijk en ontwikkeld. En ze bleek dus een boek te hebben geschreven, waarvan een verre nicht ons wel een (handgeschreven) exemplaar wilde lenen.… > Lees verder

Het genot dat we aan de dingen beleven (slot)

Ruim een jaar na onze uitgebreide discussie over La Rochefoucaulds maxime 48 (zie de vorige twee posts, hier en hier) plaatste ik in de ‘Drafts’ van de inmiddels actieve maximensite een nieuw (niet meer te achterhalen) vertaalvoorstel. Nadat we met enige moeite de oude gedachtewisseling hadden teruggevonden, pakten we de draad weer op:

HOF: Martin, als ik onze correspondentie herlees kan ik je redenering goed volgen. Maar helaas willen de vertalingen die je voorstelt, ‘Genot ligt in de smaak’ / ‘Genot komt uit de smaak’, er bij mij nog steeds niet in, het spijt me oprecht. Hoe je het ook wendt of keert, zowel ‘genot’ als ‘smaak’ brengen semantische verschuivingen met zich mee – want het gebruik van die woorden valt niet naadloos samen met dat van ‘félicité’ en ‘goût’.… > Lees verder