[Charlus] behoorde tot het ras van die mensen, minder met zichzelf in strijd dan de schijn doet vermoeden, die juist vanwege hun vrouwelijk temperament een viriel ideaal hebben en in het leven net als alle andere mannen zijn, maar alleen aan de buitenkant; op de plaats waar bij ieder van ons, gegraveerd in het facet van de pupil, een schaduwbeeld is gegrift in de ogen waardoorheen we alles op aarde zien, is dat bij hen niet het beeld van een nimf, maar van een efebe. Een ras van vervloekten, die moeten leven in leugen en bedrog, omdat ze weten dat hun verlangen, datgene wat voor ieder schepsel de grootste levensvreugde is, strafbaar en beschamend, schandelijk wordt geacht; die hun God moeten verloochenen, omdat ze, wanneer ze als beklaagden voor de rechter verschijnen, hoe christelijk ze ook mogen zijn, ten overstaan van Christus en in zijn naam als vuige laster moeten ontkennen wat hun hele leven is; zonen zonder moeder, tegen wie ze zelfs nog moeten liegen op het moment dat ze haar de ogen sluiten; vrienden zonder vriendschap, ondanks alle vriendschap waar hun veelal goede hart vatbaar voor is en die ze anderen inboezemen met hun vaak erkende charme; maar kun je nog spreken van vriendschap bij het soort betrekkingen dat slechts vegeteert bij de gratie van een leugen, en waaruit ze vol afkeer zouden worden verstoten bij de eerste opwelling van vertrouwen en eerlijkheid waartoe ze zich zouden laten verleiden, tenzij ze te maken hadden met een onpartijdige of zelfs welgezinde geest, die dan echter, misleid door een stereotiepe psychologie, uit de opgebiechte ondeugd de affectie zal afleiden die er het allervreemdst aan is, precies zoals sommige rechters eerder geneigd zijn geïnverteerden van moord en joden van verraad te verdenken en vrij te pleiten, om redenen die voortvloeien uit de erfzonde en uit het noodlot van het ras?… > Lees verder