web analytics

Alain Badiou en het Kwaad

Wie lang genoeg op hetzelfde aambeeld hamert, wordt vanzelf een rumoermaker. Iets dergelijks lijkt aan de hand te zijn met de Franse filosoof Alain Badiou (Rabat, 1937). Sinds enige tijd is er ontegenzeglijk sprake van een Badiou-hausse, en toch doet wat Badiou te vertellen heeft in zekere zin gedateerd aan. Vanuit de optiek van zijn filosofie is dat laatste trouwens geen diskwalificatie. Badiou neemt het op voor ‘waarheden’, en die hebben onder meer als eigenschap dat ze, hoe situatie-gebonden ook, voor iedereen gelden en eeuwig zijn.

Veranderd is vooral het filosofische en politieke landschap waarin Badious werk zich ontplooit. Sinds de jaren ’70 en ’80 heeft men wijd en zijd het filosofische anti-humanisme van structuralisten en marxisten afgezworen en de terugkeer naar de ethiek omhelsd.… > Lees verder

Het innerlijke België afschudden

De Belgisch-Franse dichter-schilder Henri Michaux (1899-1984) weigerde halsstarrig tijdens zijn leven te worden bijgezet in de Pléiade-reeks, het mausoleum van de Franse literatuur. Onlangs verscheen, twintig jaar na zijn dood, in diezelfde Pléiade-reeks het derde deel van het complete werk – een overrompelend overzicht van zestig jaar intense creatieve activiteit, in woord en beeld.

Evenmin was Michaux scheutig met biografische informatie. Maar ook de biografie kon niet uitblijven: Michaux vond een voorbeeldig biograaf in Jean-Pierre Martin, die in zijn lijvige Henri Michaux kundig de dwaalsporen vermijdt die de dichter voor hem uitzette. Martin gelooft Michaux lang niet altijd op zijn woord.… > Lees verder

Filter

‘O eenling, o geenling, o niemand, o jij: / waarheen gegaan, toen het nergens heen ging?’ Twee regels uit de vertaling van het gedicht ‘Es war Erde in ihnen’, gepubliceerd in de vorig jaar verschenen tweetalige uitgave van het volledige werk van Paul Celan. Die uitgave is niet onopgemerkt gebleven, maar in het laatste nummer van het ‘tijdschrift over vertalen’ Filter gaat het in de eerste plaats om de artistieke prestatie van vertaler Ton Naaijkens. O einer, o keiner, schreef Celan; het Nederlands kent geen ‘geenlingen’, maar waarom, schrijft Christiane Kuby, zou de vertaler geen woorden mogen verzinnen als de auteur zich op dat vlak evenmin onbetuigd laat?… > Lees verder

De Kip of het Ei

Romans zijn een consumptie-artikel, maar ze bekomen niet allemaal even goed. Sommige romans zijn licht verteerbaar, stillen op vlotte wijze de leeshonger. Andere zijn zware kost, blijven in de keel steken, liggen als een steen op de maag.

Heel af en toe stuit je op een roman die in eerste instantie lekker weghapt maar toch allerminst fastfood blijkt te zijn. Het in 2002 vertaalde Het meisje dat te veel van lucifers hield, van de Frans-Canadese schrijver Gaétan Soucy, had zo’n zeldzame combinatie van verteerbaarheid en taaiheid, lichtheid en zwaarte. De ene recensent kwalificeerde het als een boek ‘om in één zucht uit te lezen’, de andere als een boek ‘waarvan je dagen later nog nasiddert in je stoel’.… > Lees verder

Deus ex Machina

‘Wie de grenzen exploreert betreedt gevaarlijk terrein, waar het niet meer duidelijk is of je nog thuis bent dan wel in den vreemde, bij vriend dan wel bij vijand’, betoogt Paul Cruysberghs in het laatste nummer van Deus ex Machina, gewijd aan ‘grensgeschriften’ tussen waanzin en literatuur.

Cruysberghs schrijft wonderbaarlijk helder over een thema dat vaak tot heel wat neuzelende wijdlopigheid aanleiding geeft: wat is kunst, wat is geen kunst? In het ‘niemandsland’ van de kunst heeft consecratie en canonisering nog niet plaatsgevonden, het is een plek waar de grenzen van de kunst zelf ter discussie staan en dus risico’s genomen kunnen worden.… > Lees verder

Een hang naar heiligheid

We moeten kiezen. Dat is de wet van de wereld, daar helpt geen moedertjelief aan, dat kunnen geen luchthartig overboord gegooide goede voornemens verhullen. Voor weigeraars heeft de wereld geen pardon. Wie keuzes ontwijkt, zich niet aan voornemens houdt, niet probeert de kloof te dichten tussen wat hij wil en wat hij mag verwachten, moet sterk in zijn schoenen staan. Het valt niet mee je bestaansrecht te ontlenen aan de weigering je met het bestaan te verzoenen. Gebrek aan realiteitszin wordt over het algemeen weinig gewaardeerd.

De roman is genereuzer. Er is een familie van romanfiguren wier roeping het nu juist lijkt te zijn om stelselmatig alle keuzes uit de weg te gaan, en die daar van hun verwekkers alle gelegenheid toe krijgen.… > Lees verder